Winterakonietelfje

Elfje trotseert vorst

11 januari 2013         


Wie komt daar als eerste
de grond uit gekropen, 
nog voordat de sneeuw
voor het laatst lijkt gezien? 
Wie doet daar zijn goudgele 
knoppen al open? 
Wat heeft hem geroepen, 
het voorjaar misschien?

 

Nou, dat valt dus nogal te bezien. De winterakoniet geeft ons een lentegevoel, maar is een buitengemeen bedriegelijke voorjaarsbode. Enkele warme januaridagen zijn vaak al genoeg om ze hun kopje op te laten steken. Heel toepasselijk zag ik dit jaar de eerste op Driekoningen. Want de winterakoniet wijkt voor geen vorst.

Ze maken gewoon wat antivries aan, en houden zich even gedeisd. Voor insecten is het dan immers toch te koud om te vliegen. Bij een graad of tien in de zon gaan de bloemen weer open.

 

Beschermelfje èn beschermengel
Het sneeuwklokje, de winterakoniet en de krokus stammen uit koude bergbossen en bloeien daar tijdens het smelten van de sneeuw. Bij vorst hangen winterakonieten slechts een beetje flets en slap en veren weer op zodra de dooi hun sapstroom terug opgang brengt.

Winterakonieten zijn in de 17de eeuw naar Nederland gehaald voor de tuinen van buitenplaatsen. In 1835 werden de eerste verwilderde exemplaren aangetroffen. Nu zijn ze op heel veel plaatsen te bewonderen. In het Sloterpark gaat het extra goed met de winterakoniet. Daar hebben ze niet alleen hun gebruikelijke beschermelf, maar ook nog een haring als beschermengel. Over beiden kun je lezen in het vorig jaar geschreven Nu genieten van winterakonieten.

 

 

Tekst en beeld Wouter van der Wulp

 

 

Lees ook het originele gedicht van Mary Cicely Barker >>

 

 

 
Sloterplas