Verslag Wandeling Natuurpark de Vrije Geer en het tuinenpark VAT-Sloten

Verslag Wandeling Natuurpark de Vrije Geer en het tuinenpark VAT-Sloten

 

Op zondag 16 augustus 2009 hebben zo'n 25 excursiegangers, leden van de Vereniging Vrienden van de Sloterplas en andere belangstellenden, een wandeling gemaakt naar twee mooie groengebieden bij het dorp Sloten. De weersomstandigheden waren ideaal, niet te warm of te koud, een mooie blauwe lucht met witte wolken en weinig wind. Prachtig wandelweer. De vanaf de Sloterplas per fiets gekomen deelnemers startten de wandeling bij het eindpunt van tramlijn 2 aan de Antwerpenbaan in Nieuw-Sloten. Vandaar af is het een korte wandeling naar de ingang van het Natuurpark de Vrije Geer, waar we bij de ingang aan de Plesmanlaan werden opgewacht door onze gids Rob van den Toorn.

In de jaren negentig werd op de plaats van het tuinbouwgebied Sloten de nieuwbouwwijk Nieuw-Sloten gebouwd. Omdat deze wijk het oude dorp geheel zou gaan inklemmen werd in 1995 een referendum georganiseerd om het 'Weilandje van Sloten' te redden van bebouwing. Dit is een van de weinige referenda waarin de Amsterdamse bevolking zijn gelijk bevestigd kreeg tegenover de immer bouwende gemeente Amsterdam.

In de jaren na 1995 werden aanwezige bedrijven verhuisd naar elders en het gebied werd gedeeltelijk ingericht tot natuurpark, terwijl een ander deel als weiland in gebruik bleef. Dit is het gedeelte dat het dichtst bij Nieuw-Sloten ligt. In 2003 werd hier het Natuurpark De Vrije Geer geopend in een veenweidegebied met een eeuwenoud en helemaal gaaf slotenpatroon. Sindsdien is er een ploeg natuurliefhebbers regelmatig actief met het onderhoud van het terrein. De beheergroep bestaat uit een groep vrijwilligers die onder deskundige leiding het Natuurpark Vrije Geer beheert als een ecologische zone en recreatief park. Veel leden van de groep hebben ondertussen een cursus gevolgd bij Landschap Noord-Holland. Door al deze inzet zijn er op het park vele soorten insecten en vogels gesignaleerd. Ook grazen er inmiddels schapen. Al deze inspanning wordt beloond met een groeiende groep bezoekers.

Zoals bij een groot deel van Amsterdam, bestaat ook hier de bodem uit veengrond. Dit heeft invloed op de plantensoorten die hier kunnen groeien. Ook de zuurgraad en de vochtigheid zijn van invloed. Door de waterstand te regelen tracht men deze te beïnvloeden. Het gebied heeft een geschiedenis van vele jaren gebruik als weidegrond, maar er heeft ook tuinbouw plaatsgevonden. Meststoffen en zaden uit die tijd zijn in de bodem achtergebleven. Bij het omwoelen van de grond komen die weer boven. Zo zijn er enkele bijzondere plantensoorten, maar ook soorten die dreigen te dominant aanwezig te zijn, waaronder het pitrus.

Na eerst een rondje gelopen te hebben over de publiek toegankelijke paden, konden wij door een hek te passeren ook het niet openbaar toegankelijke deel van het natuurterrein bezoeken. Het opvallendste object is hier het in 2008 geplaatste ooievaarsnest op een hoge paal. Inmiddels heeft een ooievaar wel al een kijkje genomen, maar tot nestelen is het niet gekomen. De aanwezige nijlganzen gaan niet samen met de ooievaar, die door hen verjaagd wordt. Andere dieren op het terrein aanwezig, zijn de schapen. Aanvankelijk waren er vijf, inmiddels in hun aantal gegroeid tot twintig. Zij begrazen het gebied en zorgen zo dat het terrein niet helemaal dichtgroeit. Wel is het noordelijkste deel van het natuurgebied begroeid met bos, dit is spontaan ontstaan in de afgelopen tien jaar en wordt ook in stand gehouden om de variëteit aan planten en dieren te verhogen.

Het natuurpark de Vrije Geer vormt een schakel in de Groene As. Dit is een keten van natuurterreinen en -stroken die een verbinding vormt tussen het Amstelland en het Amsterdamse Bos ten zuiden van Amsterdam en Spaarnwoude en de duinen ten noordwesten van Amsterdam. Opdat verschillende diersoorten zich van het ene gebied naar het andere kunnen verplaatsen is het van belang dat er routes zijn waarover deze dieren zich kunnen verplaatsen. Sinds de jaren negentig werkt onder andere de Provincie Noord-Holland samen met andere organisaties aan het realiseren van de ontbrekende schakels en het instandhouden van de bestaande natuurgebieden. Bij het dorp Sloten vormen de strook langs de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder alsmede het Natuurgebied de Vrije Geer, het Sportpark Sloten en de Volkstuinenparken Eigen Hof en VAT-Sloten essentiële onderdelen in dit systeem.

Na onze wandeling door de Vrije Geer verlieten wij dit terrein aan de zuidkant en kwamen na een wandeling door het dorp Sloten aan de zuidkant bij de entree van het Volkstuinenpark VAT-Sloten. Daar werden wij opgewacht door Monique Stolp die ons over dit park rondleidde. Zij is werkzaam bij de afdeling communicatie van Stadsdeel Osdorp en heeft ook een tuin op het VAT. Zij weet veel te vertellen over de tuinenparken. De afkorting VAT staat voor Vereniging Amateur Tuinders. Deze vereniging is opgericht in 1919 en bestaat nu dus 90 jaar. De eerste helft van deze periode lag het tuinencomplex elders, namelijk aan de Sloterweg ten westen van het Aalsmeerplein. Toen in de jaren vijftig de Westelijke Tuinsteden werden gebouwd moest men van de strook weiland ten noorden van de Sloterweg vertrekken en vond een nieuwe locatie ten zuiden van het dorp Sloten. Op de oude plek vinden we nu de omgeving van de Maassluisstraat in de Delflandpleinbuurt. Sinds de jaren vijftig heeft de VAT zijn domicilie op de huidige plaats en er is in die periode een mooi tuinenpark ontstaan. Typerend zijn de witte betonnen brugjes over de sloten, die deels nog overblijfselen zijn van de vroegere slotenstructuur tussen de weilanden. Ook is er sinds 2003 een verbindingsbrugje naar het naburige tuinenpark 'Eigen Hof', zodat wandelaars in de zomer een rondje kunnen lopen via de beide tuinenparken. Vergeleken bij het 'dichter begroeide' Eigen Hof heeft de VAT een meer 'open karakter'.

Vroeger lag het accent vooral op het telen van groenten, voor veel mensen was een groententuintje een mogelijkheid om aan extra voedsel te komen. Tegenwoordig hebben deze tuinen vooral een recreatieve functie, waarbij bomen en bloemen de groenten hebben vervangen. Wel zijn er diverse regels die er voor moeten zorgen dat het een mooi tuinencomplex blijft. Zo is de omvang van de huisjes begrensd en ook mogen er geen stenen huisjes (meer) gebouwd worden, alleen houten huisjes zijn toegestaan. Een bijzonderheid is het 'Cordaanhuisje' dat voor bewoners van verzorgingstehuizen beschikbaar is. Thuiszorgorganisatie Cordaan brengt de bewoners per busje naar de tuin, waar zij dan van het buiten zijn in de natuur kunnen genieten. Vroeger was er ook geen waterleiding en elektra, inmiddels zijn deze voorzieningen er wel, maar niet in de winter, omdat het bewonen van de huisjes alleen voor de zomer is bedoeld en niet bestemd voor permanente bewoning in de winter. Ook wordt van de tuiniers verwacht dat zij regelmatig meewerken aan het algemene onderhoud van het tuinencomplex. Sinds enkele jaren is er een aparte werkgroep die zorgdraagt voor de versterking van het natuurlijke karakter van het park. Zo worden langs de randen van het park nu meer natuurlijke stroken ingericht, met veel bodembedekkers, waar vroeger uitsluitend dicht struikgewas stond. Het is een langzaam proces maar inmiddels heeft de werkgroep hier gunstig resultaat mee bereikt. Het voordeel is dat er een grotere variëteit aan plantensoorten op het tuinpark ontstaat en minder onderhoud nodig is. Ook werd er uitleg gegeven over de heggen langs de lanen. Dit zijn zogenaamde Zeeuwse hagen, bestaande uit twee heggesoorten. Vroeger was dit soort hagen in Zeeland gangbaar als erfscheiding omdat daar de in Holland gangbare sloten niet aanwezig waren.

Na deze interessante toelichting dankten wij onze beide gidsen voor hun uitleg en gingen de excursiegangers weer huns weegs na een geslaagde wandelmiddag.

Verslag: Erik Swierstra, augustus 2009

 

 
Sloterplas