Hommelweer (en de treurende weduwe)

18 mei 2012

Het bijentelweekend is gewonnen door de hommels. Door de hommels? Ja door de hommels! Ze hebben geprofiteerd van de ‘gunstige’ weersomstandigheden tijdens het telweekend van 12 en 13 mei. Hommels zijn namelijk bijen die zijn aangepast om te leven in wat kouder klimaat. Het lichaam is relatief groot en behaard, waardoor ze de warmte beter kunnen vasthouden. Op koudere dagen blijven ze gewoon vliegen, terwijl andere bijen nauwelijks te zien zijn. Op warme dagen is dat weer een nadeel en moeten ze rusten, terwijl de andere bijen dan juist zoemen van genot.

Ook in het Sloterpark is dat met frisser weer goed te merken, zeker als de juiste drachtplanten bloeien. Favoriet was half mei de Donkere Ooievaarsbek (Geranium phaeum). Een topattractie voor allerlei hommelsoorten. Deze stinzenplant is oorspronkelijk een bergplant uit Zuid-Europa, maar komt al sinds het eind van de achttiende eeuw voor op de buitenplaatsen aan de binnenduinrand van Zuid-Kennemerland, en langs de Utrechtse Vecht. Vanwege de bruinviolette tot zwartachtige paarse kleur van de bloemen – steeds twee bij elkaar - wordt de plant ook wel de ‘weduwe in de rouw’ of de ‘treurende weduwe’ genoemd. Ze bloeit vanaf mei tot juni en soms nog tot laat in de herfst in de diepe schaduw onder bomen. De naam ooievaarsbek slaat op de vruchten, die de vorm hebben van een lange snavel.

Lang snapte overigens niemand hoe hommels er in slagen om te vliegen. In verhouding tot hun lichaam zijn hun vleugels namelijk erg klein. Hommels blijken hun vleugels echter op een heel speciale manier te bewegen, waardoor ze toch van de grond komen.

Hoe leuk hommels ook zijn, wij kijken uit naar bijenweer. Want lekker warm met een zonnetje vinden wij het nog mooier rond de Sloterplas.

Zelf bijen (en hommels) herkennen? Download de zoekkaart.

Tekst en beeld: Wouter van der Wulp